Warmtepompen zijn niet altijd een goed idee, omdat er veel situaties zijn waar het vermogen te kort schiet, het gebruik veel hoger is dan van tevoren gedacht is, en ze zijn behoorlijk prijzig. Als je denkt aan een warmtepomp die zijn warmte uit de grond haalt in de winter, en het er in de zomer weer in stopt, dan kan dat een goed idee zijn, als je de grond waar je dat mee uitwisselt goed beheerd. Dat betekend dat je ook daadwerkelijk overtollige warmte afgeeft aan de grond in de warme maanden. Het rendement kan dan best oké zijn bij deze oplossing.
Andere warmtepompen, die hun “warmte” uit de lucht halen, werken redelijk, als het buiten niet te koud is. Als het buiten kouder is gaat het rendement achteruit. Dat betekend dat je voor een groot deel op stroom je huis verwarmd. Als dat stroom is dat je over hebt is dat nog niet zo’n probleem. In de koude maanden, wanneer je de verwarming het hardste nodig hebt, heb je meestal niet veel energie over. Als je zonnepanelen hebt, dan doen die niet zoveel. Dat betekend dat je je stroom van ergens anders moet halen. Energie technisch is dat niet zo’n goed verhaal. Vaak word deze stroom een eind verder opgewekt, ook niet met zon, omdat het immers winter is. Het komt er dan ook vaak op neer dat deze stroom van over de grens komt, van een kerncentrale uit belgië of frankrijk, of een (bruin) kolen centrale. Of een gascentrale, maar dat neemt snel af. Nog minder rendabel is het als het wordt opgewekt in biomassa centrales.
De Homer is zeer goed geisoleerd, waardoor er sowieso weinig vermogen nodig is om het binnen lekker warm te houden (1,2 KW, als het buiten min 5 graden is), en met een warmtepomp met een COP van 300% betekend het dat er maar 1/3e deel aan stroom in moet, en dat is dan dus maar 400 watt. Dat is met twee koelkastcompressoren te doen. Deze worden door gelijkstroom aangedreven, zodat ze ook traploos te regelen zijn, wat ze een optimaal rendement geeft. De Homer heeft natuurlijk geen aansluiting op grote leidingen in de grond, maar wil ook geen warmte uit de lucht halen. Er is daarom gekozen voor het afkoelen van de gevel. Deze is voorzien van roestvast stalen buizen, met daar over heen roestvast stalen gevel bekleding, doe af gaat koelen aan de buitenkant. Er ontstaat hiermee een zeer groot afgiftevlak zodat het temperatuurverschil niet groot hoeft te zijn, om toch redelijk wat vermogen af te kunnen geven.
In de zomer gaat deze warmtepomp andersom werken, en gaat hij daar warmte afgeven. De installatie is dusdanig gebouwd dat er gekozen kan worden aan welke kant we wordt afgegeven, zodat, als de zon om een kant staat, hij beter af kan geven aan de schaduwkant. Dat principe kan in de winter ook weer, omgekeerd worden toegepast.
Terug naar R&D
May 27, 2021